Borderline, ADHD, autisme, narcisme, depressie. Zomaar wat labels van psychische stoornissen die we regelmatig langs zien komen. Het gebruik van de term ‘psychische stoornis’ is heel gangbaar geworden. Maar is dit wel wenselijk? Waar ligt de grens tussen “normaal zijn” en een “psychische stoornis” hebben?
Het woord ‘stoornis’ geeft eigenlijk aan dat iets abnormaal of afwijkend is. Mensen met zo’n stoornis zouden duidelijk anders zijn dan de rest van de bevolking. Alleen zijn er zoveel psychische stoornissen, dat je je af kan vragen hoeveel mensen er nog “normaal” zijn. Ruim 4 op de 10 mensen heeft ooit in hun leven een of meerdere psychische aandoeningen. Als je naar die cijfers kijkt, kun je je afvragen hoe afwijkend een psychische stoornis is. En of psychische klachten misschien niet onderdeel zijn van het bestaan.
Bedenkingen
Binnen de psychiatrie wordt gewerkt met de DSM. Dit is een soort handboek met een overzicht van alle psychische en psychiatrische stoornissen. Allen Frances heeft mede de vorige versie van deze ‘diagnose bijbel’ opgesteld. Frances schreef in 2013, bij het uitkomen van de nieuwste versie van de DSM, zelf het kritische boek ‘Terug naar normaal’. Hierin beschrijft hij onder andere waarom hij zo kritisch is op deze laatste versie: “Omdat de DSM de grens bepaalt tussen wat normaal en gestoord is, en DSM-5 die grens radicaal verschuift.
Miljoenen normale mensen krijgen straks het etiket van een psychische stoornis opgeplakt. Dit leidt tot onnodige, dure en soms gevaarlijke behandelingen van nieuwe `patiënten’. Wat weer zorgt voor vele maatschappelijke consequenties. Denk bijvoorbeeld aan: verzekeringen, onderwijs, rechtspraak en toegang tot zorg. Kinderen groeien op in een golf van ADHD en autisme en het is niet meer normaal om af en toe droevig, druk, gefrustreerd of angstig of een tikkeltje excentriek te zijn.
Dit laatste punt raakt aan de titel van deze post. Steeds meer hulpverleners en onderzoekers uit de ggz kijkt het goed om vraagtekens te stellen bij al deze stoornissen, diagnosen en labels. Soms zijn deze labels helpend geweest, voor cliënten, hulpverleners en onderzoekers. Zo heeft het geholpen om goed samen over bepaalde psychische beelden te praten en te weten over welke klachten we het hebben. Ook hielp het om goed onderzoek te kunnen doen. Maar het lijkt er op dat we steeds meer oog hebben gekregen voor de nadelen die hier aan kleven.
Labels
Deze labels maken bijvoorbeeld dat we snel geneigd zijn om ‘lastig’ of ‘afwijkend’ gedrag als een probleem van die persoon te bestempelen. Dat lijkt niet altijd terecht, onder meer omdat omstandigheden een belangrijke rol kunnen spelen in het ontstaan van klachten. Daarnaast wordt het door zo’n label bijvoorbeeld lastig om deze persoon niet enkel te zien als zijn of haar stoornis. Ook wordt vaak gedacht dat deze classificaties een verklaring zijn voor de klachten en het gedrag van die persoon, terwijl het helemaal geen verklaring geeft voor het ontstaan en voortduren van deze klachten.
Iemand die ADHD heeft, is bijvoorbeeld niet druk door zijn of haar ADHD. Het is enkel een diagnose die iemand gekregen heeft. De verklaring van de klachten die wij vatten onder het label ADHD, kan vanuit allerlei hoeken komen; een genetische component, moeite met concentreren omdat de klas van iemand te druk is of een kind dat juist te weinig uitgedaagd wordt en daarom moeilijk geboeid blijft bij zijn of haar huiswerk. Juist deze verklaringen zijn helpend en zo belangrijk om iemand met deze klachten goed te kunnen helpen. Een classificatie ADHD helpt hier helemaal niet bij.
Ontwikkelingen in de ggz
Vanuit deze bedenkingen zijn er ontwikkelingen gaande in de ggz. Er begint in deze sector langzaamaan een frisse wind te gaan blazen. Zo is de podcastserie ‘Hoe de ggz verandert’ een mooi voorbeeld van hoe er ook van binnenuit de ggz anders wordt gedacht over psychische klachten en de behandeling hiervan. Hierin worden thema’s aangesneden, zoals: normaliseren van psychische klachten, stigma dat hieraan kleeft, het anders denken over de DSM en haar classificaties en een meer herstelgerichte visie op behandelen van psychische klachten.
Het anders gaan denken over deze ‘stoornissen’ en het besef van de menselijkheid van psychische klachten, is misschien wat ongemakkelijk en onwennig. Maar uiteindelijk zal het ons als mens helpen om een eerlijker, meer helpende blik te krijgen op psychische klachten. Door deze te zien als iets vervelends, maar niet als raar of afwijkend, kan ook het stigma op psychische klachten gaan afnemen. Dit laatste probeert ook ‘Samen sterk zonder stigma’ te bereiken. Wanneer psychische klachten eenmaal worden gezien als “vervelend maar normaal”, kan het helpen om meer open te zijn over onze worstelingen en klachten.
Belang van verandering
Steeds meer wordt gedacht dat deze veranderingen kunnen helpen om minder snel vast te lopen in psychische klachten. En wanneer dat dan onverhoopt toch gebeurt (wat bij een groot deel van ons zal gebeuren), om dan sneller te herstellen. Dit zou kunnen helpen om de duur en last van de psychische klachten te verminderen. Zodat iemand zo snel mogelijk weer op een fijne manier kan functioneren en invulling kan geven aan zijn of haar leven. En dat was uiteindelijk de reden waarom de DSM destijds werd opgesteld. Wellicht kunnen we dat doel alsnog bereiken, maar dan via een andere weg dan we vroeger dachten…
Dit artikel is afkomstig van Mentale Kracht040. Mentale Kracht 040 is een gratis platform, een handreiking van GGzE en Welshop aan iedereen die mentaal wel wat hulp kan gebruiken.